LTO Nederland zet vraagtekens bij ruimere huisvestingseisen commissie Roemer
Dit artikel verscheen eerder in het GFactueel.
LTO Nederland zet vraagtekens bij de wens van de commissie Roemer voor eenpersoonskamers en 15 vierkante meter leefruimte per gehuisveste werknemer.
Dat stelt LTO-bestuurder Wim van den Boomen in het webinar van de Werkgeverslijn Land- en Tuinbouw op 1 december. “Certificering van de huisvesting van internationale werknemers is een goede zaak om het kaf van het koren te scheiden. Maar onze werkgevers hebben ook wel in de gaten dat als hun huisvesting niet in orde is, dat dan de mensen het jaar erop niet meer komen.”
Eenpersoonskamers, dat komt in evaluaties die tuinders doen onder de medewerkers niet als wens naar voren. Wel die tweepersoonskamer. “Er worden nog maar heel weinig vierpersoonskamers gemaakt.”
Redelijke overgangstermijn
Jaap Uijlenbroek, ambtelijk leider van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten geeft aan dat er voor alle werkgevers die nu al met hun huisvesting voldoen aan een van de twee keurmerken een ‘redelijke overgangstermijn’ krijgen. “Elke huisvesting moet om de zoveel tijd aangepast en onderhouden. Pas op dat moment de slaapplaatsen aan”, aldus Uijlenbroek. De nieuwe ruimtenorm zou doorgevoerd moeten worden op het moment dat het Agrarisch Keurmerk Flexwonen wordt geïntegreerd met het keurmerk van de Stichting Normering Flexwonen.
In het advies, dat het aanjaagteam begin november gaf aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, is voor de verplichte huisvesting van arbeidsmigranten een advies de eenpersoons slaapkamer ten minste 5,5 m2 groot te maken. “Dat is drie keer de ruimte die het bed inneemt, schetst Uijlenborke. “En dan nog eens 9,5 vierkante meter per persoon aan gemeenschappelijke woonruimte. Dat is dus vier mensen op 60 vierkante meter, dat is toch echt geen paleis. En die norm van een persoon per kamer als ze een paar maanden hier verblijven, dat is geen luxe.”
‘Belonen wie het goed doet’
LTO‘er Van den Boomen vindt het belangrijk dat de overheid de tuinders, die de laatste jaren hun nek hebben uitgestoken om het goed te doen voor hun mensen, niet nu voorbijloopt. “Laten we niet iedereen laten boeten voor de 10% die het niet goed doet. Beter manieren te vinden om degenen die het wel goed doen te belonen.”
Volgens Van den Boomen is vooral van belang dat er voldoende bedden worden gerealiseerd. “Denk daarbij voor de internationale werknemers in de agrarische sector ook aan het herbestemmen van vrijkomende agrarische bouwblokken in het buitengbied. Dat ontlast de woonwijken en voorkomt onnodige transportbewegingen.”