Nederland kan niet meer zonder arbeidsmigranten, maar de manier waarop we met ze omgaan kan niet zo langer. Maak arbeidsmigranten minder afhankelijk van uitzendbureaus, bepleit oud-SP-leider Emile Roemer in een rapport over de woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten. Roemer en zijn Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten komen met vijftig aanbevelingen in het eerder gepresenteerde rapport Geen Tweederangsburgers.
De overheid moet schoon schip maken in de uitzendbranche. “Er zijn al jaren forse misstanden rondom arbeidsmigranten. Er wordt ook al jaren over gesproken maar er is weinig veranderd”, zegt Roemer. Om uitbuiting van arbeidsmigranten tegen te gaan, moet er een certificeringsstelsel komen dat harde eisen stelt aan uitzendbureaus, zoals bewezen naleving van de cao. Bedrijven die gebruikmaken van een uitzendbureau zonder certificaat kunnen forse boetes tegemoetzien.
Kwetsbare positie
De beperkte regelgeving rond de positie van arbeidsmigranten maakt hen kwetsbaar, aldus het rapport. Ze zijn vaak sterk afhankelijk van hun werkgever of het uitzendbureau dat hen naar Nederland haalt, want dat regelt vaak ook de huisvesting en de zorgverzekering. De kosten worden op het salaris ingehouden. ‘Dat kan goed werken,’ zegt Roemer, ‘maar het kan ook betekenen dat, als je je werk kwijtraakt, je meteen op straat komt te staan.’
Roemer benadrukt dat er ook uitzendbureaus zijn die het wél goed doen, maar op dit moment zijn arbeidsmigranten te afhankelijk van de bureaus. Die regelen niet alleen het werk, maar ook hun huisvesting en zorgverzekering. “Arbeidsmigranten zijn hierdoor in Nederland erg kwetsbaar.”
Loskoppeling contracten
Verder adviseert het Aanjaagteam huurcontracten en arbeidscontracten los te koppelen. Arbeidsmigranten zouden altijd een zelfstandig huurcontract moeten krijgen, met een opzegtermijn voor de verhuurder van minimaal een maand. Ook de zorgverzekering zou dertig dagen moeten doorlopen na afloop van het arbeidscontract. Daarnaast zijn uitzendbureaus die arbeidsmigranten naar Nederland halen verplicht om hen minstens twee maanden door te betalen tegen het minimumloon.
Ook bepleit Roemer een verhuurdervergunning om gemeenten een wapen in handen te geven tegen huisjesmelkers die woningen opkopen en verkameren met verpaupering van de buurt tot gevolg. In plaats daarvan moeten lokale overheden meer werk maken van huisvesting specifiek gericht op arbeidsmigranten op campusachtige locaties rond industriële terreinen.
‘Vinger Roemer gaat te veel naar uitzendbureaus’
Brancheorganisatie, ABU, vindt dat er te veel op het conto van de uitzendbureaus wordt geschoven. Volgens de ABU werkt 60 procent van de arbeidsmigranten via een uitzendbureau. Zo’n 40 procent wordt door bedrijven zelf uit het buitenland gehaald. En die groep blijft volgens de brancheorganisatie buiten schot.
FNV is tevreden met het rapport maar de vakbond heeft ook kritiek. Op meerdere punten zijn de ABU en FNV het zelfs eens. Zo vinden beide partijen dat Roemer te weinig ambitie toont. Vooral op het gebied van huisvesting zou er nog veel meer moeten veranderen, zoals een echte scheiding van bed en baan. Onder het voorstel van Roemer blijven uitzendbureaus nog altijd de verhuurder.
Forse impact op gemeenten
Ook voor gemeenten heeft het financieel, organisatorisch en politiek-bestuurlijk een forse impact, met name door de adviezen op het gebied van extra huisvesting, intensivering van handhaving en verbetering van de registratie. En bijvoorbeeld ook in het sociaal domein door extra taken met betrekking tot de integratie van arbeidsmigranten.
Daarnaast wordt van gemeenten verwacht dat ze de bouw van extra huisvesting van arbeidsmigranten gaan faciliteren door bestemmingsplannen en vergunningen. Er wordt geschetst dat er momenteel een tekort is van 150.000 bedden. Dit is een forse opgave, omdat gemeenten al voor forse opgave staan om extra woonruimte te faciliteren. Dit vraagt om goede afspraken tussen Rijk, provincie en gemeenten, en om een realistisch tijdspad.
Verder wordt in het advies gepleit voor structurele samenwerking op het gebied van handhaving tussen onder meer gemeenten, Inspectie SZW, SVB, UWV en Belastingdienst, en het intensiveren van de handhaving. Daarnaast wordt voorgesteld om ook te gaan samenwerken met private partijen die de huisvesting certificeren. Het aanjaagteam pleit ervoor de bestaande keurmerken te integreren.
Arbeidsmigrant over advies
Brabants Dagblad sprak met Alexandru Balint, voormalig arbeidsmigrant uit Roemenië. “De ideeën zijn goed, maar zijn ze ook haalbaar?”, vraagt Balint zich af. Hij wacht de reactie van het kabinet met interesse af. De Roemeen werkte eerder dit jaar in de varkensslachterij van Vion in Boxtel. Nadat hij zijn baan kwijtraakte moest hij ook de vervallen boerderij uit waar hij met zeven andere arbeidsmigranten sliep op oude matrassen op de grond. Zijn laatste nachten in Nederland bracht hij buiten in een tent door. Nu werkt hij als Uber-chauffeur in Boekarest.
Balint had niks meer te verliezen en durfde daarom als arbeidsmigrant wél te vertellen over de misstanden. Zijn verhaal, opgetekend in het Brabants Dagblad, maakte reacties los tot in politiek Den Haag. De Roemeen is blij dat er actie is beloofd, zodat arbeidsmigranten het beter krijgen dan dat hij het had in Nederland.