Zonder arbeidsmigranten staat Limburg stil. In onze provincie werken 64.000 arbeidsmigranten op een beroepsbevolking van 573.000 personen. De meesten komen uit Oost-Europa. Het beeld is dat ze in de land- en tuinbouw werken, in werkelijkheid zijn ze ook aan de slag in de logistiek, industrie, de bouw, de horeca en de gezondheid- en welzijnszorg.
Het grootste probleem: waar brengen we ze menswaardig onder? Een probleem dat al in de jaren tachtig is ontstaan met de komst van de eerste aspergestekers en dat we veertig jaar later nog steeds niet hebben opgelost.
Nederland stelt wel steeds strengere eisen aan de huisvesting. Werkgevers en uitzendbureaus wijken daarom uit naar dorpen in Duitse grensstreek, waar ze wat minder nauw kijken. Zij kopen voor een appel en een ei panden op, waar de arbeidsmigranten tegen betaling van veel geld een bed krijgen. En soms onder erbarmelijke omstandigheden leven, zo hebben de Duitse autoriteiten inmiddels ontdekt. Intussen klagen dorpsbewoners steen en been over het gedrag van de in Nederland werkende, en in Duitsland wonende arbeidsmigranten. ‘Wij de lasten, zij de lusten’, klinkt het.
De Nederlandse werkgevers en uitzenders maken gebruik van het recht op vrij verkeer van personen en goederen in Europa. Maar ze maken ook gebruik van de verschillen in regels tussen Europese landen. De Duitsers hebben er geen flauw benul van wie in hun dorpen (tijdelijk) wonen en kunnen de mensen daarom niet tegen misbruik door werkgevers en uitzenders beschermen.
Dit artikel verscheen eerder in De Limburger. Bekijk hier het hele artikel.