13 juni 2019
Economische groei Oost-Europa heeft gevolgen voor Nederlandse arbeidsmarkt
- Economische groei in Oost-Europa leidt tot terugkeer van arbeidsmigranten
- Daling arbeidskrachten uit Oost-Europa treft ook Nederlands bedrijfsleven
- Vooral landbouw, industrie, bouw en transport getroffen door nijpend personeelstekort
Economie in Oost-Europa groeit jaarlijks met gemiddeld 4 procent
In de afgelopen jaren heeft Oost-Europa een economische groeispurt doorgemaakt. Tussen 2015 en 2018 groeide de regio jaarlijks met gemiddeld 4 procent. In 2018 groeide de economie in Polen het sterkst, met maar liefst 5,1 procent. Ook voor de komende jaren zien de groeiverwachtingen er positief uit. Als gevolg van de krimpende beroepsbevolking krijgt Oost-Europa bovendien te maken met een steeds groter tekort aan arbeid. Dit gaat gepaard met een snelle stijging van de lonen. Er werken in Nederland veel arbeidskrachten die afkomstig zijn uit Oost-Europa. De sterke economische groei in Oost-Europa leidt ertoe dat steeds minder Oost-Europeanen de afweging gaan maken om in West-Europa werk te zoeken. Daarnaast gaan arbeidsmigranten, die nu werkzaam zijn in West-Europa, er sneller voor kiezen om terug te keren. ABN AMRO verwacht dan ook dat het aantal in Nederland werkzame Oost-Europese arbeidskrachten geleidelijk gaat afnemen.
Sectoren afhankelijk van Oost-Europeanen moeten alternatieven vinden
Het gaat Oost-Europa dus voor de wind. Nu de werkgelegenheid en het arbeidsloon groeien, daalt de motivatie voor Oost-Europeanen om richting West-Europa te vertrekken. “Landen die verder van Oost-Europa liggen, zoals Nederland, ondervinden hiervan de meeste gevolgen. Er werken nu veel Oost-Europese arbeidskrachten – vooral Polen – in Nederland, maar hierin gaat geleidelijk verandering komen. Vooral de agrarische sector, bouw, industrie en de transportsector worden hierdoor getroffen, omdat bedrijven hier nu al worstelen met een groot personeelstekort”, zegt Nora Neuteboom, Econoom Opkomende Markten van ABN AMRO.
Lees hier het hele artikel.