Het woningtekort in Nederland loopt de afgelopen jaren steeds verder op. In een nieuw rapport stelt de Rabobank dat er 315.000 huizen te weinig zijn. In een interview met RTL bevestigd Peter Boelhouwer, hoogleraar woningmarkt aan de TU Delft, dit cijfer en vertelt hij hoe we dit woningtekort ooit kunnen oplossen.
“Het gaat om een prognose, maar het zal niet veel schelen.” De Rabobank en andere partijen die met vergelijkbare cijfers komen, krijgen hun data van ABF Research in Delft. “Dat onderzoeksbureau rekent het ook voor het ministerie van Binnenlandse Zaken uit. Ze doen dit al jaren, al hebben ze twee jaar geleden wel hun onderzoeksmethodiek aangepast”, weet Boelhouwer.
Voorheen werd uitsluitend het nationale woononderzoek gebruikt om het woningtekort vast te stellen. Middels een enquête werden mensen onder andere gevraagd over ze wilden verhuizen. Echter gaf dit een vertekend beeld volgens Boelhouwer: “Als je in een krappe markt vraagt of mensen binnen een half jaar willen verhuizen, zeggen ze nee. Maar ze willen eigenlijk wel, maar kunnen het niet betalen. Wanneer de krapte afneemt en zij kansen zien melden ze zich weer, waardoor het gemeten tekort dan toch niet terugloopt.”
Volgens Boelhouwer gebruikt het onderzoeksbureau ABF Research inmiddels niet meer uitsluitend deze enquêtes. “Ze kijken nu meer naar standgegevens van het CBS. Wat is de voorraad woningen, hoeveel huishoudens zijn er en hoe ontwikkelen die zich. Vorig jaar kwamen er bijvoorbeeld 90.000 huishoudens bij. Er zijn 80.000 huizen gebouwd en 10.000 gesloopt, dus het tekort is weer met 20.000 verhoogd.”
Verdubbeling aantal daklozen
Velen vragen zich af waar die 315.000 mensen zich begeven. Ondanks dat het aantal daklozen ook oploopt, zwerven ze zeker niet allemaal over straat. Vorig jaar meldde het CBS dat het aantal daklozen (18- tot 65-jarigen) in Nederland van 18.000 in 2009 is toegenomen naar 39.000 in 2018. “In werkelijkheid is dit aantal hoger, want tellen is lastig en daklozen in de opvang en uitgeprocedeerde asielzoekers worden niet meegeteld,” zegt Boelhouwer.
Meer dan 40.000 mensen wonen op straat. Van de andere 275.000 woningzoekenden wonen er zo’n 60.000 tot 80.000 op campings en vakantieparken, waar men formeel niet permanent mag wonen. Ze worden dus wel meegerekend in de tekortcijfers. Verder slapen economisch daklozen vaak bij vrienden op de bank of delen ze een huis met iemand, terwijl ze liever alleen wonen. Gescheiden mensen blijven soms noodgedwongen samenwonen. De grootse groep bestaat uit jongeren, die wat langer bij hun ouders blijven wonen. Boelhouwer: “Dat zijn er echt heel veel.”
Migratie cijfers
Sinds 2015 is het migratiesaldo op recordhoogte en komen er elk jaar meer mensen bij. In 2019 vestigden zo’n 267.000 mensen zich in Nederland. Een deel hiervan zijn expats, die geld hebben om een dure woning te kopen en zo anderen verdringen. Het andere deel zijn laagopgeleiden die de wachtlijsten in de sociale huur laten groeien.
Ook emigreren er mensen, maar dat zijn er de laatste jaren minder dan dat erbij komen. Het tekort aan woningen zal de komende jaren nog wel stijgen, denkt Boelhouwer, ook omdat het CBS schat dat de bevolking ook volgend jaar weer met 105.000 mensen toeneemt.
De oplossing?
Op de vraag of er voldoende ruimte is om te bouwen geeft Boelhouwer aan: “Er is plek zat. Zo kun je kantoorlocaties ombouwen tot woningen, dat gebeurt ook al. En er is genoeg grond beschikbaar. Maar soms komen gemeenten en projectontwikkelaars niet uit over de verkoopprijs van de nieuwe huizen.”
De komende jaren investeert het kabinet twee miljard euro om de woningmarkt voort te trekken. Boelhouwer pleit ervoor om een deel van dat geld als subsidie te gebruiken, zodat woningprojecten voor projectontwikkelaars goedkoper worden. Verder vindt hij dat projectontwikkelaars meer ‘prefab‘ woningen moeten bouwen. Dit is goedkoper, sneller en lost het tekort aan bouwvakkers op.
“Verder moet je wat flexibeler denken. Zet bijvoorbeeld ergens woningen neer voor tien tot vijftien jaar. Die zijn geschikt voor spoedzoekers zoals gescheiden mensen, studenten of arbeidsmigranten. En het is bij tijdelijke woningen vaak makkelijker om het bestemmingsplan te wijzigen.” Volgens Boelhouwer is het grootste probleem niet het tekort aan bouwvakkers, de juridische procedures of de gestegen migratie maar het gebrek aan ambtenaren bij gemeentes. “Bouwvergunningen worden maar traag verstrekt, er is niemand die bezig is met de toekomst. Als je wilt bouwen, moet je nu al gaan plannen.”