Minister Koolmees berispt gemeenten over quota arbeidsmigranten
Dit artikel verscheen eerder in het FD.
Gemeenten die een maximumaantal woningen voor arbeidsmigranten per dorp of straat opstellen, handelen waarschijnlijk in strijd met Europese regels. Dat schrijft minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) donderdag in een reactie op Kamervragen over een publicatie in het FD.
In de afgelopen jaren hebben diverse Nederlandse gemeenten quota opgesteld voor de huisvesting van arbeidsmigranten, met name in Gelderland en Brabant. In het Gelderse Maasdriel mogen arbeidsmigranten bijvoorbeeld maximaal 5% van de huizen in een straat bezetten. In buurgemeente Zaltbommel is huisvesting van arbeidsmigranten in woonwijken over vijf jaar helemaal niet meer toegestaan.
In deze gemeenten moeten arbeidsmigranten bij voorkeur in het buitengebied wonen, ofwel op het terrein bij de werkgever, ofwel in grootschalige opvanglocaties (hotels). Daarmee willen bestuurders overlast van verkamerde huizen tegengaan. In veel dorpen heeft de komst van arbeidsmigranten geleid tot een tekort aan starterswoningen.
Beleid gemeenten in strijd met Europese regels
Het middel dat deze gemeenten hebben gekozen om die overlast aan te pakken, staat echter op ‘gespannen voet met het vrij verkeer van Unieburgers, dat geen onderscheid naar nationaliteit toestaat’, schrijft minister Koolmees. ‘Gemeenten mogen hun eigen beleid maken, maar moeten zich vanzelfsprekend ook houden aan de Europeesrechtelijke kaders.’
Eind oktober waarschuwden juridische experts in het FD al dat dergelijke quota botsen met het Europees recht. ‘Hier is sprake van apart beleid voor één groep EU-burgers’, zei hoogleraar Europees Migratierecht Tesseltje de Lange (Radboud Universiteit). ‘Wat mijns inziens niet mag.’
Minister Koolmees schaart zich nu achter deze deskundigen. De ministeries van Sociale Zaken en Binnenlandse Zaken gaan met gemeenten over de quota in gesprek, kondigt hij aan.
Een tekort van 12.000 woonplekken
In Nederland werken ongeveer een half miljoen arbeidsmigranten, vooral in de agrarische en logistieke sector. Voor hen zijn nu al 120.000 fatsoenlijke woonplekken te weinig. Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) maakt in 2021 nog eens €50 mln vrij voor de huisvesting voor arbeidsmigranten en andere kwetsbare groepen, net als dit jaar.
Door het huidige tekort aan woonplekken wonen arbeidsmigranten dikwijls ver van hun werk, zegt Frank van Gool, directeur van OTTO Workforce en shareholder van KAFRA Housing.
‘Van de 14.000 arbeidsmigranten die voor ons werken, woont tweederde op meer dan 15 kilometer afstand. Dat is onwenselijk. Wat mij betreft leggen gemeenten geen maximumaantallen woningen voor arbeidsmigranten vast, maar juist minimumaantallen. Die corresponderen met de hoeveelheid arbeidsmigranten die in zo’n gemeente werken.’
Strenge quota hebben een ongewenst effect, zegt ook minister Koolmees. ‘Deze aanpak zal het tekort aan woningen voor arbeidsmigranten alleen maar in de hand werken en kan bovendien zorgen voor waterbedeffecten. Dit is niet de oplossing.’