29 november 2019

Planbureaus, politieke partijen en ministeries blikken vooruit naar de nieuwe kabinetsperiode. Een volgend kabinet staat voor de uitdaging de groei op te vijzelen, voorzieningen op peil te houden en het fundament onder de verzorgingsstaat te borgen. De economie groeit nog maar mondjesmaat. De productiviteit blijft achter door de vergrijzing, de overheidsuitgaven raken verder bekneld door de kosten ervan en de koopkracht stagneert.

Vergrijzing

Nederland vergrijst steeds meer. In 1950 was nog minder dan een op de drie volwassenen in Nederland een 50-plusser. Dit jaar, in 2019, is voor het eerst de helft van de volwassen bevolking van Nederland ouder dan 50 jaar. In veel gemeenten is nu al de helft van de bevolking de 50 gepasseerd. Naar verwachting is dat dit de komende vijf jaar zo blijft. Dan zijn 6,9 miljoen van de 13,7 miljoen volwassenen ouder dan 50 jaar.

Nederland telde op 1 januari van dit jaar ruim 16,8 miljoen inwoners. Daarvan waren meer dan 13,3 miljoen mensen 18 jaar of ouder. Het aandeel van de volwassen bevolking is de laatste decennia gestaag toegenomen. In 1950 was minder dan twee derde van de bevolking 18 jaar of ouder, nu is dat bijna 80 procent. Het aandeel neemt nog nipt toe tot 81 procent in 2045.

Beroepsbevolking wordt kleiner

In verhouding wordt, als gevolg van de vergrijzing, de potentiële beroepsbevolking kleiner. Rond 2025 is die bevolking nog maar 60 procent van de totale bevolking. In 2012 waren er nog vier potentieel werkenden op elke oudere, in 2040 is dit afgenomen naar twee potentieel werkenden voor iedere 65-plusser. De zogenaamde ‘grijze druk’ neemt toe. De grijze druk wordt gedefinieerd als het aantal personen van 65 jaar en ouder als percentage van het aantal personen van 20-64 jaar.

Arbeidsmigratie

De gevolgen van de vergrijzing vragen om hervormingen of saneringen die de kosten ervan beperken. Het huidige belasting- en toeslagenstelsel ontmoedigt vaak harder werken door een hoge marginale druk, terwijl er juist meer mensen aan het werk moeten willen gaan of blijven. Volgens de CPB-sommetjes absorbeert de zorg vrijwel het gehele nieuwe arbeidsaanbod, ten koste van de marktsector. Meer mensen aan het werk betekent ook deeltijd ontmoedigen of arbeidsmigratie aanmoedigen.

De hoofdvraag is hoe het Nederlandse verdienvermogen vergroot kan worden, zodat de kosten van de vergrijzing beter betaalbaar worden. Deze vraag zou beantwoord kunnen worden door het vergroten van de beroepsbevolking door arbeidsmigratie. Door het vrij verkeer van diensten binnen de Europese Unie is daar geen extra beleid voor nodig. We kunnen er zeker van zijn dat werkgevers, geconfronteerd met personeelstekorten, zullen proberen arbeidsmigranten te trekken. En dat die Europese migranten willen komen als op onze krappere arbeidsmarkt de beloningen gaan stijgen.

Hieruit kan geconcludeerd worden dat de vergrijzing Nederland simpelweg dwingt tot nieuwe arbeidsmarktideeën.