Gemeente Kaag en Braassem: grote huisvestingsprojecten en meer inspraak

Goede tijdelijke huisvesting, maar ook spreiding van grote wooncomplexen. Met deze en andere eisen wil Kaag en Braassem de huisvesting voor internationale medewerkers nog beter regelen. Ook sluit de gemeente aan bij de omgevingsdialoog van initiatiefnemers, om zo input van omwonenden direct op te kunnen vangen. De oude regel om de huisvester en arbeidsmigrant te verplichten in de eigen gemeente te wonen en te werken is losgelaten vanwege EU-regels. De gemeente wil met het beleid ook voorkomen dat een heel rijtje huizen in een woonwijk in z’n geheel gebruikt kan worden voor de huisvesting van internationale medewerkers.

Beleidsregels

Hoeveel ruimte moet een arbeidsmigrant minimaal tot z’n beschikking hebben? Hoe voorkom je parkeeroverlast in de woonwijk? Zijn grootschalige wooncomplexen op een bedrijventerrein eigenlijk wel handig? En moet degene die ergens woont, ook per se binnen de gemeente werken? Zomaar wat vragen vanuit politiek Kaag en Braassem rondom het hoe en wat van huisvesting van internationale medewerkers. Er is nu enkele jaren gewerkt met nieuwe beleidsregels op dat gebied, dus hoog tijd om die eens tegen het licht te houden. Op verscheidene punten is op voorstel van burgemeester en wethouders het een en ander veranderd.

Wantoestanden teruggedrongen

De huisvesting zelf bij voorbeeld. ,,In het verleden gebeurde het nog wel eens dat oude pandjes werden opgekocht, de kamers vol met stapelbedden werden gezet en de verblijfsplekken voor forse prijzen werden verhuurd’’, schetst wethouder Dolf Kistemaker (wonen, Pro Kaag en Braassem). Dergelijke wantoestanden komt de gemeente nauwelijks nog tegen dankzij intensievere controles. Maar de gemeente heeft niet op alles invloed, beseft hij. ,,Het arbeidscontract en de prijzen bijvoorbeeld. Evenmin hebben we weinig vat op gevallen waar voor een medewerker geen werk meer is en hij of zij daardoor soms uit z’n onderkomen moet.’’

SNF

Daarom is Kaag en Braassem bezig nauwer te gaan samenwerken met de landelijke Stichting Normering Flexwonen (SNF). Die registreert en controleert de huisvesting van arbeidsmigranten en de manier van werken van huisvesters. ,,Als een huisvester zich niet aan de eisen houdt en daardoor z’n SNF-certificering verliest, verliest hij ook z’n vergunning van de gemeente’’, legt Kistemaker uit.

Omgeving

Dan de buurt. Wat vooral op ‘gevoelige’ plekken gebeurt, is dat buurtbewoners of naburige ondernemers in de stress schieten als ergens huisvesting voor internationale medewerkers is bedacht. De initiatiefnemer moet volgens de bijgewerkte gemeenteregels niet alleen het parkeren, beheer en toezicht en de ontspanningsmogelijkheden goed regelen. Ook moet hij vooraf omwonenden en andere betrokkenen benaderen. Nieuw is ook dat de gemeente bij zo’n informatiebijeenkomst aanwezig is. Niet om het werk van de huisvester over te nemen, stelt de wethouder. ,,Maar wel om zo nodig signalen op te pikken.’’ Er zijn overigens al wat van die zorgen in het beleid doorgevoerd.

Druk op lokale woningvoorraad

Een rijtje huizen in een woonwijk in z’n geheel gebruiken voor arbeidsmigrantenhuisvesting bij voorbeeld, dat mag niet. Een ander voorbeeld: Grootschalige huisvesting met vijftig verblijfsplekken of meer is toegestaan op de bedrijventerreinen De Lasso, Veenderveld (Roelofarendsveen) en Drechthoek (Leimuiden). Op elk bedrijventerrein is feitelijk slechts één grootschalig complex toegestaan. Wat ook wel eens langskomt is de vraag of je huisvester en arbeidsmigrant kunt verplichten in de eigen gemeente te wonen en te werken. Die regel kende Kaag en Braassem in het verleden, maar die is nu losgelaten. En dat is niet alleen omdat zoiets feitelijk volgens de EU-regels (‘vrij verkeer van personen’) niet mag.

Kistemaker: ,,Recent moesten we een aanvraag weigeren omdat de werknemers in Badhoevedorp en Amsterdam werkzaam waren. De vraag naar huisvesting is continu in beweging. Stel dat die groep deze week terugreist en volgende week meldt zich een groep werknemers die in Kaag en Braassem werk heeft. Dan moet je alsnog die vergunning geven. We kunnen het dus niet weigeren, maar kaarten het onderwerp wel aan in het gesprek met de aanvrager.’’

Bron: Algemeen Dagblad