De gemeente Tiel is op zoek naar ‘twee à drie’ plekken om arbeidsmigranten centraal te huisvesten. Die vorm van huisvesting moet zorgen voor het beschermen van de arbeidsmigranten én tientallen extra woningen op de kopersmarkt. Per plek wordt een maximum van 350 bedden gehanteerd. 

Volgens de gemeente moet centrale huisvesting een einde maken aan het huisvesten van arbeidsmigranten onder erbarmelijke omstandigheden. Een dergelijke locatie is beter beheersbaar, zorgt voor minder verkeersbewegingen in de straten en kan alle benodigde faciliteiten en privacy bieden in één gebouw. Bovendien is er 24/7 beheer en toezicht waardoor arbeidsmigranten minder geneigd zijn om in de wijk rond te hangen.

Voordeel voor de woningmarkt

De plannen van de gemeente Tiel hebben tevens een voordeel voor de woningmarkt. De 2.500 à 4.000 arbeidsmigranten wonen veelal in vermkamerde woningen die daardoor onttrokken worden aan de markt. Door de woningen op te kopen kunnen er naar schatting weer 80 à 90 woningen op de markt komen.

18 vierkante meter per arbeidsmigrant

De gemeente heeft een aantal randvoorwaarden vastgesteld waaraan de centrale huisvesting moet voldoen, wil het stadsbestuur haar medewerking verlenen. Zo moet elke arbeidsmigrant minimaal 18 vierkante meter ruimte tot zijn beschikking hebben en moet de bouwwijze van de huisvesting niet tijdelijk maar permanent zijn. In de zoektocht naar nieuwe plekken wordt een maximum van 350 bedden per locatie gehanteerd.

Bij voorkeur liggen de nieuwe locaties ‘dicht bij de bebouwde kom’. Maar de vraag wélke locaties er dan precies worden bekeken, wil een gemeentewoordvoerder niet beantwoorden.

Plannen verder uitwerken

Het stadsbestuur heeft de opdracht gegeven de plannen voor enkele ‘kansrijke locaties’ verder uit te werken. De uiteindelijke aanvraag die daaruit voortkomt, moet dan worden voorgelegd aan de gemeenteraad, die de plannen vervolgens al dan niet kan vaststellen.

KAFRA Housing is blij met de plannen van de gemeente Tiel om centrale woonlocaties te bouwen voor arbeidsmigranten. Daarmee kunnen reguliere woningen weer worden opgekocht en teruggegeven aan de markt. “Hoe meer wij immers bouwen, hoe minder het beslag op reguliere woningen is”, aldus Frank van Gool.

Bron: De Gelderlander.