Onlangs publiceerde OTTO Workforce de blog: Hoe ziet de werknemer van de toekomst eruit? Een vraag die ondernemend en bestuurlijk Nederland al tijden bezig houdt. Want de Nederlandse economie staat aan de vooravond van een dynamische periode. Na een tegenvallend coronajaar wordt de komende jaren gerekend op forse economische groei en bijbehorende banengroei.

Denk aan banengroei in de zorg, bouw (die staat voor een enorme woningbouwopgave) en industrie- en transportsector. Binnen deze aantrekkende economie is het echter een grote uitdaging om voldoende personeel te vinden, want Nederland vergrijst in hoog tempo. Zo stijgt het aandeel 65-plussers van 19% naar 25% in 2050 en groeit de beroepsbevolking nauwelijks , waardoor er momenteel 3 werkenden per 65-plusser zijn, terwijl dit in 2040 daalt naar slechts 2 werkenden per 65-plusser .

Arbeidsmigratie essentieel

Nederland staat voor de maatschappelijke opgave om de economische groei en welvaart te behouden én vergrijzing het hoofd te bieden. Arbeidsmigranten zijn daarbij onmisbaar. Niet alleen werken er al honderdduizenden (vooral Oost-Europese) arbeidsmigranten in ons land, bovendien is ruim 30% daarvan werkzaam in vitale beroepen, wat betekent dat arbeidsmigranten een belangrijke basis vormen voor onze economie.
Maar onderzoek stelt dat er jaarlijks 50.000 extra arbeidsmigranten bij moeten komen om personeelstekorten op te vullen . Een deel daarvan komt uit traditionele arbeidsmigratielanden (m.n. Oost-Europa, Turkije en Marokko), waarbij men verwacht dat tot 2060 jaarlijks circa 20.000 extra arbeidsmigranten uit andere EU-lidstaten naar Nederland migreren dan nu het geval is .

Herkomst? Van Europa naar Azië!

Niet alleen zullen méér arbeidsmigranten naar ons land komen, ook het type arbeidsmigrant verandert. Er vindt een verschuiving plaats van migratie binnen de EU naar migratie van buiten de EU. Dat komt enerzijds door het afnemende aanbod van potentiële immigranten uit EU-landen. Want de welvaart en lonen in Oost-Europa stijgen, wat de financiële arbeidsmigratieprikkel verkleint. Ook kampen Oost-Europese landen door een vergrijzende, krimpende beroepsbevolking met een krappe arbeidsmarkt, waardoor de vijver met potentiële arbeidskrachten langzaamaan opdroogt. Anderzijds telt Azië juist veel goedkope arbeidskrachten, want landen zoals India, Vietnam en Indonesië hebben een grote, snelgroeiende en jonge bevolking en herbergen daarmee een enorm arbeidspotentieel. Ook liggen de minimumlonen in Nederland tot wel 10 keer hoger dan het gemiddelde uurloon in India of Vietnam , wat arbeidsmigratie voor hen financieel aantrekkelijk maakt. Volgens prognoses zal de groep niet-Europese arbeidsmigranten tot 2050 dan ook verdrievoudigen en migreren alleen al tot 2028 jaarlijks 30.000 arbeidsmigranten méér naar Nederland dan in 2018 het geval was .

Arbeidsmigratiebeleid en huisvesting sleutels in concurrentiestrijd

Hoe kunnen we die Aziatische arbeidsmigranten werven en behouden? Allereerst is helder beleid en flexibele regelgeving nodig. Zo kan de overheid migratiebeleid ontwikkelen om de juiste arbeidsmigranten aan te trekken om openstaande vacatures te vervullen. De Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) pleit – parallel aan het Australische beleid – bijvoorbeeld voor een commissie die onderzoekt aan welke kwalificaties op welke termijn behoefte is en of arbeidsmigranten daarin kunnen voorzien. Voor Aziatische arbeidsmigranten moet momenteel tevens een werkvergunning worden aangevraagd; een complex en tijdrovend proces dat vergemakkelijkt dient te worden. Ook moet worden geïnvesteerd in huisvesting en integratie. Veel West-Europese landen staan te springen om arbeidsmigranten en om de concurrentiestrijd te winnen, moet Nederland inzetten op goede behandeling van- en omgang met arbeidsmigranten. Goede, betaalbare huisvesting, lokale voorzieningen voor arbeidsmigranten en meer maatschappelijke acceptatie zijn essentieel om arbeidsmigranten te verleiden om in Nederland te komen werken!