Aantal vergunningen voor tijdelijke woningen gestegen in 2022

Er zijn vorig jaar veel meer vergunningen voor tijdelijke woningen afgegeven dan een jaar eerder. Vooral internationale medewerkers en (Oekraïense) vluchtelingen kregen vaker een tijdelijke woning aangeboden. Een tijdelijke woning wordt meestal neergezet voor een periode van maximaal tien jaar. In 2022 ging het om bijna 3.300 vergunningen. Ondanks de stijging blijft het kabinet ver achter bij de doelstelling om eind 2024 minstens 37.500 te realiseren.

Stijging

Dat is een stijging van meer dan 40 procent vergeleken met 2021. In 2021 ging het om een kleine 2.300 tijdelijke woningen, meldt statistiekbureau CBS. Het gaat voor het overgrote deel om nieuwbouw. Daarnaast kunnen bijvoorbeeld kantoorpanden worden omgebouwd tot appartementen.

Doelstelling

De ambitie van het kabinet om voor eind 2024 37.500 flexwoningen te realiseren, lijkt echter ver weg. Sinds 2019 is in totaal voor net iets meer dan 10 duizend tijdelijke woningen een vergunning uitgegeven, blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 2022 zijn in Nederland 3.300 tijdelijke woningen vergund, 43 procent meer dan in het jaar daarvoor. Dat is fors minder dan de 15 duizend nieuwe tijdelijke woningen waar woonminister Hugo de Jonge naar streeft. De nieuwste CBS cijfers laten ook zien dat er relatief veel flexwoningen zijn in Flevoland en Noord-Brabant, en relatief weinig in Gelderland, Zuid-Holland en Friesland.

10.000 vergunningen

De afgelopen vier jaar werden in totaal ongeveer 10.000 vergunningen verleend voor tijdelijke onderkomens. In 2019, het laatste jaar voor de coronacrisis, werden 2.700 vergunningen afgegeven. Toen waren de meeste tijdelijke woningen nog voor studenten. Vorig jaar kregen zij slechts een klein deel van de tijdelijke woningen. Internationale medewerkers en seizoensarbeiders daarentegen konden veel vaker zo’n tijdelijke woning krijgen. Ook gingen er meer van de tijdelijke onderkomens naar statushouders en vluchtelingen, onder meer uit Oekraïne.

Bron Nu.nl